Audiamus levinüm lemnium, Me- dicum Zirixfeënfem ibique natum, qui Scriptis fuis eximiam fibi nominis Glo- riam comparavit. Hic, in Libro fuo, de Occultis Naturae Miraculis, Lib. V. pag. 336, agens de Zeiandici 10Ü uber- tate, de Urbibus eleganter extructis, de Portuum commoditate, et tuta Sta- tione Carinishunc in modum de Aëre nostro loquitur: de Aêris autem Ze iandici dementia non aujim multa pollice- ri, ut qui in nonnullis partibus Jit paulo asperioret quam Vicinarum gentium minus falubrispraefertim aefiate ob pa- F f 4 for, DE AERE 'ZELANDICO. 4SS wolken haar drukkende is: een Noordeeen ongejlo.- dige Zuide en koude Ooste windblaast in deeze jlreekterwyl de zagte VZes}e wind hier niet gehojord wordt. Hooren wy levinus lemnius, een Geneesheer te Zierikzee, en aldaar gcboorendie zich dopr zyne Schriften eenen Grooten naam gemaakt heeft. Deeze jn zyn vierde Boekde Occultis Nat. Mirac. pag* 336, handelende over de vruchtbaarheid van den Zeemvfchen grondover de net gebouwde Steden over de gemakkelykheid der Havens, en de veilige Reeën voor Schepenzegt van onze Zeeuwlchc Luchthet volgendekran de zagtheid der Zeeuw- J'che Lucht durf ik niet veel goeds beloovenom dat zy in fommige gedeeltens wat fcherper en ongezonder is, dan die der nabuurige Polken, roornamelyk in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 477