458 G. WINDIÏ DISSERTATIO
hadrianus Junius, multigena Eru-
ditione clarus in Epistolanicolao
vorstio Scripta, graves de Aëris Ze-
landici infolentia querelas agit, cum
Medioburgi in Abbatia, ubi domiciii-
um ei erat, diuturno marbcs detinere-
tur.
Nec filentio praetereundus est cut-
eertus jonstallus, ferenisfimi An-
glorum Regis henrici VIIf, ad Catho-
licum Regem carolum quintum Ora
tor, qui in Epistola quadam, ad eras-
mum, a? I5i7fcripta, etLibro IlI.Epis-
tolarum magni illius Viri inferta, irata
men-
ggsiir
het U leercnhet h een Voik aan den dienst van
God verbondenfckrandereenvoudigen van ge-
fchikte zedenwaar van niet weinige zich toeleggen,
op het beoefenen der befchaafde Letteren.
adriaan Junius een Mandoor zyne veelvuldi
ge Geleerdheid beroemd, klaagt zeer over de onge
zondheid van de Zeèuwfche Lucht, in zyn Brief ge-
fchreven aan nicolaus vorstius toen hy te Mid
delburg in de Abdywaar hy zyn verblyf hield
met cene langdurige Ziekte had gelegen.
Men moet ook cut hert us jonstallus Gezant
van Hendrik de VIII, Koning van Engeland, by
den Spaanlchen Koning ka rel den V, niet ffilzwy-
gende voorby gaandie in zekeren Brief, in het jaar
1517 aan erasmus gefchreven, welke in het lilde
Boek der Brieven van"dien grooten Man te vinden is
gram-
