466 G. WXNDIÏ DISSERTATIO in profufos propendebat fudoreshac die ob Aëris inclementiam focum quaerat ardentem. Et quis noftrum ta- lia in fe non expertus fuit Aëris incom- moda? Prae eaeteris tarnen hie loci quam maxime evidens Aëris qualitas confiftit in ejus humiditatequae, perpenfis fequentibus, cujusque in oculos claris» lime incurrit. Zelandia undique in medio aquarum fita est, aJhftt earn maxima ilia aquarum moles Oceanus, perlcindit earn fuperbum Scaldis flu- men, ubi liquidas in mare volvit aquas; quam plurimae fosfae ac paludes in ea confpiciunturin quibus omnigenae Plan- het zweet arbeidde, den volgenden dag, wegens het gtiure weder, gèniaklyk het vuur kan verdragen: en wie van ons heeft degze ongeffcadigheid van het we der niet zelfs ondervonden? De klaarblykelykfte hoedanigheid der Lucht beftaat alhier voornamentlyk in haare vogtigheid, welke, na dat men de volgende zanken overwogen heefteen ieder gemakkelyk in het oog loopt. Zeeland is rondom in Zee gelegen, de groote Oceaan vloeit te gen het zelve aande trotfe Schelde deelt het van el kander, daar hy zich in Zee ontlast; men vindt in dezelve veele poelen en moerasfen, ill welltu allerlei ewasien, en een onnocmelyk getal gekorvene dier-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 488