de aere zelandico. 487 tragaediam. Obfervavitquoque CI.mead inAnglia, Coeliet Ventorum inconftan- tiam tanquam multorum morborum ori- ginemferia confideratione dignam es- fe: in noflris Regionibusinquïttanta est Coeli inconjlantia et tot caufae Ventos incertis vicibus fecum pugnantes conci tantf ut nulla de his certa ratio iniri pos- fit. Vide magni illius viri Praecepta me dic a Sect. 6. pag. 43edit. Londin. Quod naturale Zelandiae folum non infalubre fit, patet ex ejus foli uberta- te: quatn pingues ac glutinofae glebae, quam feraces ac foecundi Agri et Viri- dantia gramine prata, quae faiuberri- H h 4 mum roemde mex\d heeft ook waargenoomendat in En- geland de ongestadigheid van Weer en Wind, als de oorzaak van veele Ziektenseene erngige over- weeginge verdient, In onze Landenzegt hyis de ongeftadigheid van het Weer zoo groot, en zoo veele dingen zetten die onheftendig tegen eikanderen inwaaijende Winden aan, dat men hier van geene ze~ here reden kan geeven. Ziet de Geneeskundige les- fen van dien grooten Man6 dfd. pag. 43 van de Londonfche druk. Dat de natuurlyke Grond van Zeeland niet onge zond isblykt uit haare vruchtbaarheid zelvewelke vette en lymige Aarde, welke vruchtbaare en over vloedige vruchtdragende Akkers en groene Weiden die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 509