DYE-ÈREUK AAN M. S. DU PUI. 499 van het geval befpeuren: de Lyderes- fe had den nacht ten uiterften onrus tig doorgebragthaare klagten waren echter, by kleene tusfchenpoozendoor geringe fluimeringen afgebroken. Alle toevallen waren als den voorigen dag; de koorts zeer hevig; de pols noch even hard; de breuk in den zei- ven toeftandde klyfteeren kwamen onvermengd af. De aderlaating wierdt wederom her haald, en alle 2 uuren een klyfteer, uit 01. Lini voorgefchreven. Voor het overige fcheen 'er zich eenige meer dere gefchiktheidtot eene fpoedige bevalling, op te doen. Ten 11 uuren alles noch als vooren; dan by tusfchen poozen, begonnen 'er zich nu veri do lor es ad partummet eenige ontfluiting van den mond der baarmoederte ver- toonende Lyderesfe was zeer be- naauwd, en had onophoudelyke poo- pingen tot braaken. De arbeid ging vervolgens meer en meer voort, en tegen den avond ver loste zy van een leevend kind, doch het geen binnen één uur overleed. Alle onze verwachting was op dee- 2e verlosftng gericht, in hoop, dat I i 2 hier

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 521