s24 M. S. DU PUI ANTWOORD in den omtrek der Liefen en Dyën, te doen, dan zich, door den in het gras fchuilenden adder, te laaten bedriegen. Met opzet maak ik melding van on derzoek, wyl men niet zelden al we derom, door het vooroordeel, door kwaalyk geplaatfle fchaamte der Vrou wen, by mangel van onderzoek, in het beflisfen der waare oorzaaken (ge- ïyk ik zulks elders meidede (p)), te leur gefield wordt; en in de tweede plaats, wyl niet zelden enLyderesfe en omltanders, of van het aanwezen ee- ner Breuk onbewust zyn, daar geen acht op geeven, of eindelyk niet wee ten, dat de verfchynzelen, welke eene verflropte Breuk vergezellen, aan dee- ze alleen hunne herkoomst te wyten hebben. III. Is het dan bewezendat eene verilropping plaats heeftzoo zullen voorzeker, in de eerfle plaats, de door U Ed. zoo wel beradene hulp middelen, in het werk behooren ge field (p) Zie mynen brief aan den Heer c. j. van wv ever de fcbynbaare Gonorrhoeain de algemeene G. N. en H. Jaarb. I. deelxfte ftukp. 7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 546