IV. aan j. van breda. 525 field te wordenen in de tweede zoude de wederinbrenging van het in gewand moeten beproefd worden dan kan, bv eene zwangere Vrouwe, uit het te vooren betoogde (q), geenc verftroppingten minden niet dan al lerzeldzaamst plaats hebben ten zy het uitgefchooten ingewand in den omtrek van den buikring band van poupart, of met den breuk-zak door aaneengroeijeng vereenigd is, zoo zul len de "best ingerigte poogingen, de meest geöeffende handenonder dee- ze omüandighedenniet in ftaat zyn, om het uitgefchooten ingewand naar bin nen te brengen; en, de vermoogen- fte uit- en inwendige middelenter wegneeming der beknelling, als dan al leen aangewend niets volvoeren de Genees- of Heelmeester verplicht zynzyne Lyderesfe aan de beflisi'ende uitkoomst van het geval over tegeeven; of het waagen, om van het, in dit ge val twyfelachtig middelder hreuk- fnydinge, als het eenigste, waar door voordeel kan toegebragt worden, ge bruik te maaken. (q) zie bladz. 510,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 547