£28 m. s. du pui antwoord Godvruchtige boerhaave; boerhaav® te wel bedreeven in de gewyde fchrih ten, dan dat hy iets ftry dig, tegenzyrt gemoed of de Goddelyke wettenzou-4 de voor den dagbrengen; veelminder anderen, om daarin wanbedryf te be gaan, diets maaken gaf, zegge ik9 boerhaave in dit geval zulk' eenen. raad, waarom zoude men dan van. deezen, in een, in uitkoomst, geiyk flaande geval, ook geen gebruik mo gen maaken? <5. VI. Het tweede geval, wanneer de Lyfmoeder reeds boven het bek ken gelegen is, baart zoo veel te meer bedenking, wanneer men de bewer king tot aan het oogenblikdat de baarings-weën daar zyn, aanraadt, als de arbeid onder de bewerking op- koomendederzelver uitvoering be~ zwaarlyker, de inbrenging van het uit- gefchooten ingewand werkzaamer, en het inhouden van het zelve, na de be* werkinge, moeilyker worden. Dan wanneer ik het oogenfchynlyk gevaar in overweeging neemehet welk 'er by eene verftropte Breuk plaats heeft; wanneer ik de veel kragt- daa«

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 550