A'AH J, VAK EREDAG
daadiger öörzaakenwelke by Zwan
gere Vrouwen, ter verftikking van hefi
verftropte ingewand medewerken
overdenke; en deeze tegenoverftelle,
met de zoo even opgenoemde meerde
re bezwaarlykheid der bewerkinge, de
werkzaamere inbrenging van het inge-
wanden het meer moeilyke van hefi
inhouden van het zelve wanneet ik
hier op myne aandacht Vestigë, zoc*
pleit allés voor de bewerking, de fchie-
lykst mogelyke ontknelling van hefi
verftropte ingewand en alle haare hin-
derpaaien fchynen my na beraaden
overleg, oyerwinlyk; terwyl het ver*
werpen der bewerkingemy den ge-
wislen doodals in het verfchiettee-
kent»
Ik weet wel, en ik erinner my, dafi
de groote morgagne, in een ander ge
val van éehe zoortgelyke uitdrukkinge
gebruik maakt: "In ancipiti Cd/u fatïüs
est non experifi, ne occidisfe videamur
quem fervare non pot eramus
De uitoeffenaar loopt dus gevaar vaü
zyne handelwyze, door het onkundig,
doch intusfchen alles beflisfend ge
meen, gevonnisd te zien: dan ik weec
ook, dat wanneer die zelfde uitoefte-
jóEËti L! haaf