£3h. s. du pui antwoord diger wierden goedgekeurd, of hun; ter verbetering van dit ftukhadden aanleiding gegeeven Ik heb vrymoedig myne gedachten wat my voorkoomtdat in een wederge- beurend geval te doen Haat, aan U Ed„ opengelegd, Denk.intulfchen niet, dat ik daar door uwe handelwyze, en die van den kundigen Heer bleuland, goude willen mispryzende zeldzaam heid wa,ar mede ik het houde, dat dit geval voorkoomt, en myne bygebrag^ te gezegdens van hippokrates en gau-' BiXJs overtuigen U Ed. gewis, van het fegendeel. Door uwe Vaarneeming gelegen heid gekregen hebbendevan over dit geval meerder te denken, geeve ik myne gedachten alleen als eene voor- fcelling op ten vollen overreed, dat ik, in een zoortgelyk geval, daar de gelegenheid fchigtig was, en de proeve gevaarlyk, geen rnoeds genoeg gehad soude hebben van mynen nu gegee- venen raad, zoo daadlyk in het werk te ftellen. Vaar voort met my het nuttige, het geen zich in uwe nitoeffening voor- •|oet^ mede te 4?elen«. Pier dpo.r zal on.3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 558