52 C. KAYSER ANTWOORD OVER bovcnftaande pryzen zyn zoo min ge-1 Held, als maar immers, met het voor deel van den inkoop der ftoffenin het grooten de aanbeftedinge van de maakloonen, te verkrygen zyn: ver- onderftelddat men altoosin zyn foort, deugdzaam goed neemt. De ingekogte ftoffen, by voorbeeld, voor drie of vier jaaren, zouden in ee- ne nette orde, in kasfen in de linnen kamer, en het omflagtige op de zol der, kunnen geborgen worden, on der de bewaaringe van den Vader en Moeder. En ten einde alles behoor- Jyk zoude kunnen verantwoord wor den, zou 'er een klad- en grootboek, van den inkoop en uitfnydinge der ftoffen, moeten gehouden worden; als mede een klad- en grootboek van de werkloonen der kleedinge; insgelyks een klad- en grootboek van den ftaat der kleederen van een ieder, met naam en toenaamen aanteekening van dag en datumwanneer elk ftuk is uitgegeeveri. Deeze kladboeken zouden onder den Vader en Moeder, en de grooteboeken in het generaale eomptoir van het Hospitaalmoeten berusten: welke laatftealle jaaren, door

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 64