6,4 C. KAYSER ANTWOORD OVER
Zoo da,t <de uitvoerlnge van onze
fchafting-orde, de fomme van negen
honderd één en vyftig pondenvyftieti
fchellingen en tien grooten vlaams, zai
bedraagen. Wy hebben, kortheids-
halven, de te faamen getrokkene fom
me van ieder der fpyzen opgegeeven
edoch op hoe veel wy de man gerekend
hebbenis gemakkelyk naa te gaan
b. v. wy hellen het rundvleesch 112
ponden vis.; hier voor kunnen wy,
tegen 3 huivers het £g, vry in de kuip
hebben, 4480 gg vleesch; daar van
kunnen wy de man, door den anderen
gerekend op 1 dus 40 maal fchaf-
tem En ook dit getal van fchaftinge,
zal
Transports
^312 9 i 10
Zeccofaal
7 0 0
Kruisbesien - -
7 9 4
Suurkool -
- 2 18 8
Ingelegde fnyböonen
9 ï8 8
Uyenfoppen
i 8 o
Soep van kalfsvleesch
6
Dop erwten
5 ia o
Differente falade -
- 56 o o
Karne-mclks-pap
183 0 0
Bierpap
,33' 6 8
Rundvleesch -
112 0 0
Schaapenvleescli
S3 11 4
Varkenvleesch
78 8 0
Rookfpek
10a 13 4
<£951 15 10