NAJAARSKOORTSEN. 63
de eerste beftaat in het wegnemen of verminderen
der opgetelde oorzaken; bl. 77. de tweede, in
zich te bedienen van voorbehoedende geneesmidde
len: bl. 110. Ilicrop gaat hy over, naeenigeaan
merkingen te hebben gemaaktbl. 114. tot de ge
nezing en de geneesmiddelen zelve*. II. 120130.
waarmede deze verhandeling word belloten.
lie antwoord op dezelfde vraag
door Johannes hargeit. X. Deelbl. 131312.
De Schryver fplitst de vraag in twee deelen: in
een onderzoek naar de ware oorzaken en kenteeke-
nen van de najaarskoorden in de voorgeftelde
gtmrnijhensphXLterien in eene opgave der bes
te behoed- en geneesmiddelen tegen dezelvenvoor
al by de militairen, bl. 132. Na eenige voorbe-
reidfelenword vooraf te kennen gegevenwat
men eigenlyk door de bedoelde najaarskoortfen
moet verdaan bl. 134. en om dezen recht te ken
nen word in de behandeling van het eerde onder
werp naargelpoord: wat wel de naasteen welke de
voorafgaande oorzaken zyn? bl. 135. de laatstgenoem
den worden in voorfchikkenden en in aanleiding-
gevenden verdeeld: bl. 136. hierop word eene
tegenbedenking opgelost: bl- 150. en dan het on
derwerp weder voortgezet: bl. 157. waarna de ree
kenen, volgens het gewonebeloop der najaarskoort
fen, worden opgegeven; bl. 174. en dan uit de
gevolgen zoo als dezelven by onderfcheidene per-
foonen verfchiUende zyn, nader opgehelderd, bl.
177.