66 NATUUR. NATUURKUNDE.
waardoor her eene deel aan het andere zoekt be-
hulpfaam te zyn. bl. 218. Hieruit kan men mis
leiden de vreemde lusten in zieken tot zekere by-
zondere zaken verklaren, bl. 220. Uit het byge-
brachte aangewezenwat het zeggede natuur
te leiden? bl. 223. aan de natuur, of het leven,
fchryft een geneesheer dus met recht in het dierlv-
kc lichaamzonder de Godheid in 't minde te be
ledigen veel toegelyk tot flot word voorgelteld
bl. 226230.
NATUURKUNDIGE gevolgen. I® antwoord
op de vraag"Mag een natuuronderzoekeruit
de reeds gemaakte waarnemingen en proefonder-
vindingenverdere gevolgen trekken ter uitvor-
fching van de nog onbekende oorzaken der ver-
fchynfelen? zoo ja! hoeverre mag hy daarin
voortgaan? en welke regelen moet hy daarom-
trent in acht nemen" door j. van iperen.
IK. Deelbl. 3—117. De Schryver richt zyne
Verhandeling zoo in dat hy eerst aanwyst
waarom het eerde gedeelte der vraag met ja
moete worden beantwoordt: uit hoofde namelyk
van de, algemeene erkentenis der natuuronderzoe
keren bl. 4. en uit de natuur der zaak zelve
bl. 8. men vindt daartoe eene aangeborene drift
en geneigdheid zoo wel by beesten als men-
fchen: bl. 15. zy word door de verwondering
aangevuurd: bl. 19. zonder gevolgtrekkingen is 'er
geene vordering in de natuurkennis mogelyk; hl.
22.