85 PREDIKER. Jlrydig dezelven ook atfti zyn béfluit voorkomenin- dertusfchen daartoe regelrecht leidendoor samitél eschauzier. I. Deelbl. 153208. Na een kort voorftel van fommige ftoute gisfingen omtrent den schryver van ditioè/fen deszelfsechtheid; bl. 153. alsmede over de verfchillende wegendie de uitleg gers hebben ihgeflagen ter ontknooping van salqmo's wyze van redenkaveling: bl. 162. Peelt de Aucteur zyne gedachten voor: dat namelyk alles, wat in dit boek voorkomtlynrecht diene ter (laving van salomo's godvruchtig oogmerken ter bevestiging van zyn befluit. bl. 170. Om dit aan te toonen legt hy twee aanmerkingen tot grondflagvooreerst dat men fomwylen eene groudftelling Ix.ndig weder- Jegtdie men fchynt te leerendoor namelyk de öngerymdheid van de gevolgendie natutplyk daar uit voortvloeijen, in het helderlle daglicht te plaat- fenten tweedendat mendoor de öngerymdheid van een voorftel aan te wyzende waarheid van het tegenovergeftelde betoogt, bl. 171. Van deze fedeneervvyze bedient zich salomo in dit boek. Wat hem daartoe waarfchynlyk aanleiding gege ven hebbe? bl. 172. Dit bewyst hy, na eene korte aanmerking ter opheldering: hl. 174. uit een beknopt voorftel van den inhoud der redenka- kaveling van salojio in dit boek: bl. 180. en van de, gevolgendie salomo iu de vooronder- filing dat 'er geen leven 11a dit leven te wachten zy; daaruit trekt: welke allen van dien aard zyn9 ^at derzelvej oug^rymtlhei^ |en'. iedaf in de oogeti

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 158