PSYCHOLOGIE. 89 wildoor j. w. pap.is, IV. Deel, hl. 453498. Is de óénhcid de grond der volmaaktheiddan moet 'er ook één grondbeginfel in de ziel zynwaar uit derzelver vermogens en werkingen a'den voort vloeien: en dit is de voorstellingskracht. bl. 453. Hiervan-zyn verstand en wil modifiaa- tien; en dus naatiw aan elkander verbonden, 455. Dan dit verband heeft alleen in moralifche dingen plaats; en'kan met recht een nexus logica- mOralis genoemd worden, bl. 456. Sommigen, die een inwendig zedeiyk gevoel dryvenbegrypen de zaak anders. Dit word onderzochtbl. 458. Dan, en dit is de redélykhcid onzer zielhet verftnnd. gaat vóóren de wil volgtdit verbandin goede orde, bewaard wordendezyn onze neigingen en da den zedelyk goed, -bl. 4S1. Dit echter heeft in vela gevallen geene plaats: onze verkeerde wilsneigin- gen dwarsbooméii dikwyls het voorfchrift des ver- ftands. Van waar deze wanorde om dit te ver klaren worden de vermogens der ziel ia hoogeren en lageren verdeelden hieruit afgeleidthoe een mensch zich geheel aan zinnelyke bevindingen, (even als de dieren,) door vcrwaarloozing zyner verhevene vermogens, onderwerpt; waarby mis- fchien de onregelmatige gefteldheid des lichaams ook in aanmerking moet komen. bl. 463. Maar hoe word die wanorde herfteld? heerfchende zin- lyke neigingen moeten in goeden veranderd voor den'? dit kan, de zaak geestkundig befchouwdniet gefchieden zonder beweegredenendie den wil tot het goede neigen cp bepalen; dan derzelver ken- F «iS

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 161