96 ROTKOORTSEN. -i[f antwoord op dezelfde vraltg t door b. hus9em. VI. Deel, i. hl. m221. De Schryver, offchoon hy de vraag drieledig bc- fchouwt te zyn, verdeelt zyn antwoord in vier afdeelingen. hl. 111. Ill de eerjle: 0111 de onder- fcheidene en duidelyke kenmerken van de bedoelde rotkoorts op te gevenverdeelt hy deze ziekte in drie tydperkeneii geeft in elk tydperk derzelver kenmerken op; fchoon deze tydperken, ingeval de ziekte kwaadaardig is, zich mccnigmalen zoo niet laten ondcrfchciden: hl. 113. waarop de flachting, door deze ziekte, vooral in de laatftc jarenver oorzaakt, word opgegeven, hl. 134. De oorza ken waardoor deze ziekte word voortgebracht die in de tweede - afdeeling Worden overwogen r. zoekt de Schryver in den ftaat van het volk zel ve, waarmede de fciicpcn worden bemand: waar- by derzelver behandelingen levcnsvvys by de volkhouders, zeer in aanmerking komthl. 139 en ten tweeden in de verblyfplaats voor die man- fchappen op de fchepen, en de befinetting in dezelven door de bedorvenc luchthl. 147. wanr- by nog verlcheidene andere oorzaken worden op geteld; hl. 152. vooral ook eene onmiddelyk me degedeelde belmetting't zy door het Volk zelve of hunne aanhebbende plunjeswaarmede zy op het fchip komen. hl. 158. In de derde afdeeling worden eerst de middelen overwogendie dienflig zyn in de behandeling dezer ziektezoo door de "beledigende rottige ftof te ontlasten en uit te di-y- venals door dezelve tegen te gaan, en te verbo ts-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 168