ïo3 SCHOLEN. wyzeop welke die best in te voeren en te on derhouden. Beide deze Bukken worden in twee hoofddoelen behandeld: in het eerflemet be trekking op de Neder duitfche fcholen; in het twee de ten aanzien van de Franfche en Latynfche fcholen. bl. 5. Waartoe de eerBc foort moet inge richt zyn bl. 7. echter moet 'er onderfcheid zyn tusfchen de fcholen ten platten lande en in kleine Bedenen die in de voornamere Beden. Van beiden word afzonderlyk gehandeld; en wel op dien voet: dat eerst ten aanzien van de fcholen ten platten lande word aangewezen waarin die al verbetering noodig hebben: in 't gemeen ten.aanzien van de gelegen heid, om fchool te houden; en de vertrekken, in welken zulks gelchiedtbl. 10. in 't byzonder in de fchoolmeesters dien het niet zelden ontbreekt en aan de noodige kundighedenen aan de vereischte hoedanigheden, bl. 12. Wat hiervan meermalen de reden zy? bl. 15. verder het gebrek in de manier van het leeren; bl. 17. in eene al te geBrenge en niet recht beBierde tuchtoefening; bl. 21. dat het oor deel der kinderen niet word opgefcherpt, enz. bl. 24. Hierop gaat de Schryver over, om aan te wyzen, hoe deze fcholen behoorden ingericht te zyntot meerdere befchaving onzer natie bl. 26, men moest geene perfoonendan die bekwaam zyn, tot het fchoolhouden aanBellen; bl. 27. voor hun ne achting en bezolding moet gezorgd'worden; bl. 29. hoedanig de plaats, waar fchool gehouden word, behgore geBeld te zynbl. 34. de tyda wan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 180