SCHOLEN. 109 Wanneer; en hoelang? bl. 36. de meesters gee- ne andere posten en bedieningen waar te nemen. bl. 40. Hierop word voorgefteld waarin onder- wys moet gegeven worden: en de wys, op welke? zoo voor kleine kinderen bl. 42. als voor de ineer gevorderde jeugd. bl. 47. Daarna word de Wys van fchoolhouden voorgedragen; bl. 72. en daaruit aanleiding gemaakt, om in het byzonder iets te melden van de zorg voor armenkinderen- en diitkeniefcholeri. bl, 100. Het is echter noo- dig, dat 'er in fteden en groote dorpen 2. of 3. rangen van fcholen zynwaarin onderfcheidcn 011- derwys word gegevenwaartoe de kunst- en kost- fcholen ook gebracht wordenen wat in dezen in het byzonder moet geleerd worden? bl. 11S. waar op twee vragen worden beantwoordt: vooreerst'. hoe krygt men in alzulke fcholen bekwame mees* ters bl. 148. ten tweedenhoe zal men de verbe teringen, gefield dat zy ingevoerd werden, overal, voornamelyk ten platten lande beftendig doen onderhouden bl. 153- Hierop gaat de Schryver over, om zyne aanmerkingen op te geven ter ver betering, vooreerst van de Fran/che fcholen: en wel voor jonge heeren; bl. 161. voor jonge juf frouwen wat al gebreken in dezen veelal plaats hebben en hoe dezelven dienden ingericht te zyn? bl. 165. Eindelyk hefluit de Aucteur zyne Verhandeling, met eene opgave van 't gene ter ver betering van fommige Latynfche fcholen altans zoude kunnen plaats hebben, bl. 188. Hoedanige per-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 181