4§ L. VÉRWYK. ANTWOORD hoorlyk te kunnen afzonderen: want die groote lesmaar gy wanneer gy bidt, gaat in uwe binnenkamer enuwe deuren gefloten hebbende: behoorden de Krankbezoekers nimmer uit het oog te verliezen vooral op de fchepen daar het zelden ontbreekt aan men- fchen, die het zich een vermaak reke nen 3 wanneer zy gelegenheid vin den, om met al wat naar God en Godsdienst gelyktzoo al niet open- lyk te fpottenten minften zulks voor geveinsde fchynheiligheid uit te kry- ten: en derhalvenzal de Krankbe zoeker in ftaat gefield worden, om den Godsdienst op eene gefchikte en betamelyke wyze binnen fcheeps- boord, ten nutte van anderen, behoor- lyk te verrichtenhy zal al meenigmaal noodig hebben zich zelve af te zonde ren zoo dat niemand op een fchip minder eene afgezonderde plaats ont beren kandan hydie den post ■van Krankbezoeker bekleeden moet. En dit, meen ik, zal genoeg zyn om een' ieder te overtuigendat de Krankbezoekers op de fchepen der Maatfchappy behoorden en zeer ge- in^kbelyk kpnden, voorzien worden vau

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 100