over de £ratfkj3e£0eker§« tip Z&kelyken inhoud overeenkomftig, mag en moet gefchieden. Eene merkwaar dige plaats van den zeer beroemden Friefchen Rechtsgeleerden huber, uit zyne Praelectiones (b), zal hier genoeg zynDebet autem (zegt hy) modus i, praecife impleri modo per tejlatoris verba posfit. Sic etiamfi modus i} per legem civitatis non jit licit us, in aid um ujum, quam proxime ad voluntatem tejlatoris nccedentempecunia dejlinata. converti debet". Dit beduidt za- kelyk: dat als een legaat., naar de letter van het testament, niet uitvoerlyk is, om dat het tegen de burgerlyke wee ftrydtin zulk een geval die gelden aan gelegd moeten worden, tot zoo iets welk het naast met den wil van den tefla teur overeenflemten in 't vervolg leert hy nog, dat legaten aan eene kerk, of in ufus pios gemaakt, en niet naar de let ter kunnende uitgevoerd worden, tot geene andere dan godvruchtige ein den, en dus ad ufus piosmogen ge bruikt worden. Op de tweede vraag: of nu de Edele Achtbare Heeren uitvoerders van dat G 2 le* Ö1) "d Tit. Dig. dc Condit. et demonflrat(Li/A XXXF, tit. x.) nlo,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 147