Iö8 P. HAACIC ANTWOORD Vooreerst, in alle plaatfen van ons Vaderland, daar zulke huizen zyn voor al vrv wat weten te zeggenen wonderlyke vragen en zonderlinge uitvluchten voor den dag brenger. 14. Daarenboven zullen min kundigen onzer natuurge- nooten daardoor overreedt, geleerd, befhiurd, en bevestigd kunnen worden. Men dient ook niet te vergeten, dat vooral tot een' goeden Krantbezoeker behoort, om, zich nuchter, eerlyk, en onaanflootelyk te gedragen; om niet alleen bv de Christenenmaar vooral by de Heide nenMdhomedanen en Ojjjchristenen gunst, lof, en achting te verwervenom inzonderheid de zie ken in hunne noodenmet zachtmoedig- en vriende- lyldieidalleszins by te ftaanom de d'agelyks voorkomende zonden en wanbedryven met vvys- en voorzichtigheid te vermanen en te beilraffenom in alle voorkomende gelegenhedenonzen zondigen evcnmenscli het gewicht der zonden, des doods, en- der eeuwige verdoemenisin befcheidenevriendelyke en Cliristelyke bewoordingen op het hart te drukken. Daarentegentot opbeuringte onderrichten dat God enkele liefde is; dat hy geen' lust heeft aan den dood van zondaren, maar dat zy zich bekeeren; ■clat Gods eeuwige ongekende zondaarsliefde zoo groot wasdat hy Zyn' geliefden Zoon op de waereld heeft gezondenom mensch te wordenom allerlei fmer- ten te ondergaan inden kringzyn's levens; pn om eindelyk dien bitteren kruisdood te ftervenen die, door zyn lyden, de Zaligmakerde Schuldverdelgerda Heilverwerver der groötfte zondaren heeft willen wor den voor allen die hémdoor een oprecht en waar- geloof, als zoodanigen erkennen en aannemen zouden. Allendie men hiertoe ongenegen onbekwaam of ongefchikt vond, wilde ik liever deze bediening afr

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 156