112 P. HAAGS ANTWOORD
zien voortkomen die de eer van den
hoogen en dienenswaardigen god, de
uitbreiding van den waren Godsdienst,
den roem der Compagnieen van het
lieve Vaderlandbevorderen. Edele
belooning! welk braaf Regent zal niet,
als een rechtgeaard Christen gaarne
hiertoe medewerken? Kan hy niet ver
wachten, dat God dit goede, aan Kerk
en Vaderland door dezen te verrich
ten, genadig en-mild beloonen zal?
<5 15.
Dan, hoe worden jongelingen, van
een en veelbelovende!! aard en zeden
hiertoe aangemoedigd en verkregen
Aldus, zoo het my gepast fchynt.
Dat Heeren Regenten aan alle jon
gelingen, die hun daartoe, gefchikt voor
komen, vryheid geven, om 20. of 22.
jaren, oud zynde naar- hunne be
kwaamheid in die qualiteitals Krank™
bezoeker naar de Oost te mogen ver
trekken, zonder gehouden te zyn (tot
hun 25e. jaar toe) in het huis te moeten
blyven, en ten voordeele daarvan te
moeten werken in het ambacht of be
roep, waarop zy belteld zynintegendeel
dat
1