116 p. haack antwoord het kleine getal der Predikanten in de Indien, thans te lichter kan gefchie- den, voor een' lateren leeftyd nog al v/at zouden kunnen overleggen: het is niet zeldzaam op de comptoiren, dat het onderwys in den Godsdienst en de gelukzaligheden van den He mel, met aardfche zegeningen en lief- deryke giften vergolden word. Dan dat ik eigenlyk bedoele, is dit: dat de Compagnie of de Heeren Majo- res refolvcerden., dat Krankbezoekers, die met een goed getuigenis uit de Oost repatrieerden en tien jaren op de comptoiren hun werk yverig verricht haddenjaarlyks zouden blyven jotsïs- feren van de helft hunner gagie: die 'er 15. jaren op deze v/yze gebleven wa ren, van twee derden: en die 'er 20. ja ren op deze wys gebleven waren, van hunne geheele gagie. Dit moge in den eerflen opflag kostbaar fchynen voor ■de Compagniedan 't is het in de daad niet: als men oordeelt, hoe klein dat getal zal wezen. In 10. 15. en 20. jaren kunnen en zullen in Indië zoo wel als op reis en in 't Vaderland, ver- fcheidene fterven; velen, die 'er zoo lang gebleven zyn, zullen of dan in het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 164