OVER DE KRANKBEEOEKEBS. 117 land blyvendoor een ruimer bellaan aldaar verkregen, aan vrienden en be kenden aldaar vastgehecht; en die dan mochten repatriëren, mogen ter aan moediging van anderen, en ter beloo ning van hunnen moeilyken arbeid, dat jaargeld of een ander door de Compagnie daartoe voor de emeriti te bepalen, naar de jaren van hunnen dienst gerekend, of naar een zeker ge tal van jaren in de Oost gebleven te zpn, wel genieten: of indien dit middel om hen té animeren, (dat ons anders zeer gefchikt voorkomt,) nog te kost baar geoordeeld mochte worden, hun tractement en inkomen alle twee of drie jaren(naar hun verblyf op de compto.iren gerekend,) met eene vaste lom jaarlyks verhoogen wanneer zy zich onberispelyk en yverig in hunne bediening gedragen; en vooral, als zy ook in eene andere taal, 't zy de Maleit- fche of Mallabaarfcheonderwys in den Godsdienst kunnen geven, gelylc in zulk een geval ook de Oostindifche Predikanten meer gagie op de com- ptoiren genieten. Of men konde, ter hunner aanmoe diging', by een der-vorige middelen i H 3 voe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 165