OVER DE KR ANKBEZOEKERS. 127 ven, dat zy, met hunne kundigheden, het bedoelde voordeel zullen kunnen doenen daartoe geef ik in beden king, of niet zulke perfoonen, die tot Krankbezoekers geëxamineerd wor den, (geiyk in Zeeland op zeer vele plaatfen, by het aannemen der lede maten en elders ook met de katechi- feermeestersde gewoonte is,) voor den vollen Kerkenraad moesten on dervraagd worden. Ik beg'ryp, dat de noodzakelykheid, en de gelykheid van hunne bediening met die der katechi- feermeesüerengelyk ook het nut, dat uit hunne bediening kan voortkomen; zoo wel als de nadeelen der kwade en onkundige Krankbezoekers op defche- pen en comptoiren, dit volitrekt vor deren. Ten derdendient zulk een Krank- bezoeker, die bewyzen van zyn goed gedrag en bekwaamheid gegeven heeft, daarvan een geimgfchrift te beko men, om hetzelve met de atteftatie van zyn onbefproken gedrag, waar van wy 19. gefprbken hebben, van hen die het opzicht over zyn gedrag 21.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 175