DE GELEERDE MAATSCHAPPYEN. I4Ï
triögelykaan fnyn Vaderland van hut
te zyn zal ik nog éénmaal wagen,
myn voorgaand antwoord, met meer
dere uitbreiding omtrent het begeerde,
in te zendenaan het verlichte oordeel
des Genootfchaps overlatendeom
hetzelve, naar waarde, al of niet goed
te keuren en te bekroonen.
Het aanzienlykeZeeuwfche Genoot-
fchap, zoo wel als? de overige geleer
de Maatfchappyen, vergeven het my
ondertusfchenindien ikook in dit
nadere antwoord op de weder voor-
gefielde Vraagmy genoodzaakt vind'e,
om breedvoeriger uit te weiden om
trent gebreken die de onvoorziene
gevolgen werden van derzelver oor-
fpronkelyken aanlegdie by buiten-
landfche Akade'mien en geleerde Ge-
nootfchappen niet gevonden worden
en daarom aldaar geen zoodanig hin
der toebrengen.
Ter beantwoording dezer Vraag zal
ik derhal ven wederom
1. onderzoeken welke Genoot-
fchappen in ons Vaderlandonder
den naam van geleerde Maatfchappyen
in de Vraag begrepen zyn?
2. naar^