ï46 ar bonn antwoord over Maatfchappyen de Teekenakademien behoorenoffchocn geene eigenlyk gezegde geleerde Maatfchappyenbe doelen echter, veelal, dezelfde onder werpen, als de algemeene gemeen makende Genootfchappen; en beftaan, ten deele, uit Mannen van naam en verdienftedie ook by de andere Maatfchappyen Beftierders en Leden zyn, en derzdver oogmerken bevor deren moeten. D. In de vierde plaats komen in aan merking de zoodanige algemeene oefe> nende Maatfchappyen, die op kun ft en en wetenfchappen toeleggen, en der eigen werkfaamheid van de buiten- landfche Akademien naarby komen edoch met de onderlinge mededeeling van gemaakte vorderingen in dezelven, en met de aankweeking van deugd en kenniszich vergenoegen zonder door uit te gevene Gedenkfchriften zich eenen naam te makenwaartoe onder anderen de leerzame Genoctifchap* penonder de Zinfpreuken cöncordia Amfterdam bloeijende, behooren. R. Eindelyk kunnen mede daartoe gerekend worden, alle die'wetenfchap* lïe* ET LIBERT ATE, en FELIX MERiTISIS

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 194