154 A. BONN ANTWOORD OVER merken: indien zy haren oöffprong- lyken aanleg en wettendie reeds van tyd tot tyd veranderingen onder- faan hebbenverder willen doen gel en dan tot in Hand houding van hare ftichting en voortduringdie door nog meerder noodzaaklyke ver beteringen naar de omftandigheden gefchikt, niet ondermynd worden. Welverre van uit loutere bedil zucht de loflyke ïnltellingen der aan- zienlykfle en geleerde Maatfchappy- en, door deze voorafgaande aanmer kingen en myn volgend onderzoek, aan te vallen; is het alleen, ter voldoe ning aan de Vraag, en aan het nader geëischte, omtrent de onderlinge ver hinderingen dat ik het wagevry- moedig en befcheiden, dat gene voor te dragen wat de wetten der geleer de Maatfchappyen, die door den druk zyn gemeen gemaakt, vergeleken met de diplomata der Ledenmet de jaarlykfche programmataen uitgege- vene Gedenkfchriftengevoegd by her haalde gefprekken met onderfcheidene werkfame Leden, en eenige genoeg bekende gevallen; my hebben doen befluiten de ware en wettige redenen te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 202