DE GELEERDS MAATSCHAPPEN. e. Eene onbepaalde keur omtrent prysvragenzonder eenige vooraf- fpraak met eikanderen te houden kan niet anders dan onderling hinder ten gevolge hebben, indien het gelyk- tydig vóórhellen van gelykfoortige vra gen niet ras ontdekt word: gelyk in het jaar 1774. tusfehen het Zeeuwfche en het Bataaffche Genootfchap plaats had: zoo als het ook niet te verwon deren zoude zyn, indien zulks meer malen gebeurde. De mindere Ge* nootfehappen en geleerde gezelfchap- pendie in hunne kunst- of- letteroe feningen alleenlyk voor zich zeiven werkfaam zynkunnen eikanderen zulk een hinder niet toebrengen. De buitenlandfche Akademien en Genoot- fchappen loopen insgelyks minder ge vaar daarvan, Uit hoofde van derzei* ver minder getal in een en 't zelfde land; maar daarenboven, omhetvoor- naamfte doelwit, en den inhoud hun ner gedenkfehriften: waarvan nader. De Maatfchappyen zouden on betwistbaar eikanderen geen minder hinder toebrengenindien plaats had het gene door het Genootlchap, in het voorbeding der wederöpgegevè- xik deel. L ne

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 209