162 A. BONN ANTWOORD OVER ne vraagis afgekeurd geworden naamlyk indien de eene Maatichappy van de andere, of van eenig opper bewind afhanglyk gemaakt werd. Dan ik weet niet, dat eenige geleerde Maat- fchappy zich zooverre gezocht hebbe te verheffenof dat men van elders getracht hebbe, om eenig opperbewind by de Maatfchappyen in te voeren: indien niet, waaraan ik liefst twyfele, de een of ande.r werklopze Beftierder, zich te veel boven de werkende Leden verheven waande. g. Eene vraagmy (voor eenigen tyd) door een' geleerden vreemdeling gedaanwas misfchien niet geheel ongegrondt naamlyk "hoe het toe- kwame dat by de geleerde Pro- vinciale Maatfchappyen in ons Va- derland, in vergeiyking met andere 9, Akademien van wetenichappen, zoo velen, en naar evenredigheid meer- dere Befïieraers dan Leden geteld werden"? waarop ik niets gevoegly- ker wist te antwoordendan dat onder het getal der Heeren Directeuren niet alleen ware geleerde Beffierders, acht bare Magiftraten en Maecenaten gevonden werdenmaar ook andere ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 210