166 a. bonn antwoord over
te groote toegevendheid omtrent naïa*
tige Leden eener Maatfchappy, niet
alleen aan derzelver, maar tevens aan
het alrcrnetne doele nde van nuttige
'werldaa/. herd, hinder toebrengen.
h -Eene andere reden tot het uit'
fchryv.cn dezer Ylisfmgiche prysvraag
moet ongetwyieid geweest zyn dat
•men zoovele groote Mannen, allerbe-
kwaamfte Bellierders, en andere Le
den der geleerde Maatfchappyen, zeld-
■faam ol nooit iets zag inleveren voor
de gedenkfchriftenom door dezelven
gemeen gemaakt te worden het
-welke ook anderen trager moet ma
ken; en hen, die geene Leden zyn,
niets doen inzendenof, op zyn
best, een enkel ftuk, om daardoor,
even gelyk fommigen door aanbe?
vélmg of gefchenken eenen titel
te bekomen: waaromtrent de misluk
king hen van aile verdere medewer
king kan doen afzien.
c. De aanbieding van het Lidmaat-
fchap aan de Jchryvers der bekroon
de prysantwoorden waardoor, voör
-eenige jaren, aan dezelven de gele
genheid benomen werdom naar
meerdere eerjpryzen te dingen; doch