8® 168 A; BONN ANTWOORD OVER ving aan de geleerde Beftierders der Genootfchappen overlatenen dit laat' de billyk verwachten. Andere werk- fame verhanden zyn in de noodzaak' lykheidom al hunnen tyd en ftudie te ber lieden, ten einde langs andere wegen dan die der geleerde Maatfchappyen den bloei en de uitbreiding van kunften en wetenfqhappen te bevorderen. Nog anderen weigeren, uit misnoegenaan de Maatfchappyen iets in te leveren maar verkiezen liever de vruchten van hunnen letterarbeid, door hulp der tydfchriftenfpoediger en algemeener bekend te maken: tot nadeel der ge- denkfchriftendie alsdan, door ver mindering van voorraad, moeten in krimpen en des te fpaarzamer kunnen uitgegeven worden. j. Het is hierby, en ter bevestiging dezer aanmerkingen misfchien wel waardig eene vergelyking te maken tusfchen den arbeid en de verrichtingen onzer geleerde gemeenmakende Pro vinciale Maatfchappyen, met die der buitenlandfche Akademien en Genoot fchappen van kunften en wetenfchap- pen. De itiJm.d der gedcnljfcftrifteh van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 216