174 a. Bonn antwoord over
nemen, of zich weder in zulk e'efi
ftrydperk te wagen.
(3. De ingekomene antwoorden
waarover de opgever der vraag het
best in ftaat moest zyn om te oordee-
lenof 'er aan zyn daarmede be
doeld oogmerk voldaan zy worden
niet altoos, ten minften niet allen, aan
denzelven ter beoordeeling gezon
den maar. Hechts diewelken vooraf
by Heeren Beftierderen als de besten
geoordeeld wordenofindien meer
der adviferende Leden geraadpleegd
zyn en dezen de Vraag niet uit het
zelfde oogpunt befchouwenals de op
gever; waardoor zy in de beoordeeling
verfchillenmoet de beflisfing naar
hetpraeadvis der Beftierderen gefchie-
den door de ftemmen der Leden van
de-groote Vergadering, die de ant
woorden niet ingezien hebben; of de
uitfpraak moet aan eene onzekere lot*
werping worden overgelaten. De mis-
dobbelende fchryver, en de veronge-
lykte opgeverkunnen hierdoor we-
derhouden wordender Maatfchappy
in 't vervolg met hunnen arbeid en
raad te dienen,
r<