ipO A. BONN ANTWOORD OVER geleerden en kunilenaars genoodigd kunnen wordenzoo lang dezen zich niet tot byzondere Provinciale Maat- fchappyen vereenigden I dan. ook dit laiatfte plan van faamwerking zoude kunnen Itrydén met de oorlprongiy- lce inrichting der Provinciale geleerde Oenootfchappem. Na derhatven deze vraag nogmaals van alie zyden befchouwd te hebben, blyft my niets overig* dan eene inval lende gedachte ter toetfè te brengen, en aan het meerdere doorzicht des aan» zienlyken Genootfchaps te onderwer pen: of het ook mogelyk zyn Zoude, ter voldoening aan den vollen eisch der weder opgegev'ene vraag; - tot een plan van meerdere faamwetking; zon der omkeering in den oorfpronglyken aanlegzonder de algemeene Maat- fchappyen in byzón deren te doen over gaan; —-zonder de eene van de andere, of van eenig opperbewindafhang'lyk te makenOvereenkomftig elks oor- fp'ronglyke inrichtingen daaren boven overeenkomftig met onzen vry- heidlievehden landaartalle de' geleerde Nederlandfche Maatfchappy- en en Gmpouc happen* of ten min-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 238