DE GELEERDE MAATSCHAPPYEN. 193 voor, het eenig mogelyke, niet on- aanneemlykeen zoo ik wenschte voldoende middel te zyn om al het hinder, het welke de geleerde Maat- fchappyenzoo wel onderling aart derzelver werkfaamheid als elk op zichzelveaan het algemeeneen dus aan elkanders doeleinde kunnen toebrengen weg te nemen en voor altoos voor te komen: terwylde Door luchtige protector der algemeenere en Provinciale Maatfchappyenook 'tot befchermcr dezer geleerde Repu- blikzoude kunnen genoodigd worden. Dan ook zulk een pian van laam- werking is niet vry van zwarigheden: die, ondanks de goedkeuring des aan- zienlyken Zeeuwlchen Genootichaps, zouden kunnen overblyven; zoo lang eenige andere geleerde Maatfchappy mocht verkiezen, om meteene volflrek- te onafhangiykheidook van het alge meene belang, hare geleerde werkfaam heid en bellier willekeurig te regelen: zonder, met infchikkelykheid, iets van zulkeene onbepaalde vryheid en recht, op oorfpronglyke, doch tot het alge meene oogmerk onvoorziene, gebrek- xivdeel. N ki-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 241