IC)8 A. fcONN A:NTWOORD OVER fchappyén zoudegelyk by eenige reeds gevestigdende utel van honorair Lid mogel'yk gepaster dienen j om alle vermogende en edelmoedige begun- ftigers en begiftigers van de verplich ting tot geleerde medewerking; maar tevens van allen invloed op de beftie- ring, uitte fluiten: het welke de acht bare Maecenaten en geleerde Beftierde- ren meerder zoude onderfche'iden van die Heer en die met den rang van Dire cteuren befchonken worden, zonder in geleerdheid of kunstverdienften boven de werkende Leden uit te munten. Enwat ieder dezer Provinciale en andere geleerde Genootschappen meer in 't byzonder betreft: g. Op de gewone vergaderingen z:u- deingevolge der wetten en des oor- fprongiyken aanlegs, ook onder de te genwoordig zvnde Leden de eigene geleerde werkfaamheid herfleld cf in gevoerd kunnen worden; oin dus die byeenkomlfen der gemeenmakende JVfaatfchappyen tevens voorbeeldig oe fenende gezelfchappen te doen wor den: waarby niet alleen de bellieren- de, maar ook werkende Leden, zon der twyfel vlytiger zouden opkomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 246