FUNGUS AAN DEN HIEL. 22Ï
gelchiedde m et weinig bloedfiorting
toen trok de overgeblevene wor
tel binnenwaards 'er formeerde zidhL
eene holte, waardoor men eenigè
hoop kreeg, dat men nu het ongemak'
welhaast zoude te boven koïnep':
maarniet lang hierna befpeurde men,
dat, midden uit den grond dezer holtey
een fungeus uitwas opkwam: het welke,
niet genoegfaam bedwongen zynde
zich in het kort naar alle zyden - uit
breidde, en tot eene aanmerkelyké'
grootte aanwiesdeze fungus werd uit
verfchcid'éne kleinere vleeschklomp-
jes famengeftelden vertoonde zich
omtrent als een groote tros, die aan
een'dunneren fteei hong: dus dagelyks
grooter wordende in omtrek, rees hy
ook tefFens tot eene aanmerkelykö"
hoogte; en federt half September
toen de fungus bykans vyf duimen ia
zyn' omtrek had, was hy op den 28.
derzelfde maand tweemaal grooter
gewordendan voor dien tyden ia-
dien korten tyd van 14. dagen vérer
gerde de toeftand van onzen lyderr
merkelyk ja werd allerdroevigst
hy klaagde nu van onlydelyke pynen
die hem onophoudelyknacht en
dag,