224 luchtmans over éét*1 greve, dien ikfedèrt eénige jaren ón der myne beste e'h yverigfte leerlin gen tellen mocht, en die my meer malen in gevallen van aanbelang raad pleegt mytellens ook tiit naam van zynen "Vader, kwam voordellen, óm daarby tegenwoordig te zyri. Alle deze Heeren (de Heeren ro mer en harlingRn alleen uitgezon derd die door andere bezigheden verhinderd werden, om zich hierby te laten vinden) op den beltemden tyd byeen gekomen zynde, en den toe- ftand des lyders onderzoekende: vonden wy hem zeer zwak; de pols zeer flaaüw en klein doch anders zins natuurlyk eh gelykzonder de minfte koortflge beweging het aan gezicht zeer bleek doch niet zeer vervallenen het oog ftond nog vry levendig. Zoo haast het ongemak ontbloot werdgaf het een' zeer benaauwden rotftank open maakte eene ver- fchrikkelyke vertooning het belloeg niet alleen het geheele gedeelte van "de zool des voets; maar hing ter \ve- derzyden vry ver over dezelve hene en, van den hid beginnende, Ürekte het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 272