FUNGUS AAN DEN HIEL. 239 de. Dit toeval fchreef menin den aanvang gedeeitelyk toe aan eene koude of tocht, dien de lyder door de plaatfing van zyn bed gevat had; ge deeitelyk aan den damp van een lamp je het welke hy des nachts tegen den muurwaaraan de gordynen vast waren, binnen dezelven had branden: in die onderftelling zetlede men hst bed op eene andere plaats, en hef lampje werd weggenomen dan noch het eene noch het andere voldeed aan het oogmerk zelfs konden gepaste middelen, door den Heer oa koning den lyder toegediend, noch herhaalde aderlatingenhem bevryden voor nieuwe aanvallen van benaauwdheid en bezetting op de borst. Deze toeval len, dus van tyd tot tyd hervattende, werden gedurig hevigeren de lyder op nieuws daarvan den 25. en 26. dier maand aangevallen zynde waren zy verzeld met geweldige brakingen van galachtige ftoffen. Van deze on- gefteldheid des lyders kennis gekre gen hebbendeging ik hem van tyd tot tyd bezoeken, en eens en ander maal by hem geweest zynde narn myne vorige vrees wederom toe ja

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 287