244 P. LUCHTMANS OVER EEN'
het van zynen wortel opryzendezich
naar alle kanten uitzette, en tot welk
eene aanmerkelyke hoogte liet zich
verhief. Dit gedaan zynde fneed
ik het gezwel in de rondte langs des-
zelfs wortelmet een fcheermes af:
zoo om het afzonderlyk te kunnen
wegen; als om teffens te kunnen naar-
gaan hoe het inwendig aan den wortel
gefteld was.
Het gezwel danvan den voet afge
nomen en gewogen zyndewerd
i| zwaar bevonden hierop over
gaande tot een naauwkeuriger onder
zoek van het overgelatene gedeelte
van hetzelve, maakte ik hiertoe dicht
by den rand eene diepere infnyding in
de rondte, Icheidende dus dit overfchot
met een klein gedeelte der gemeene
bekleedfelen en het pezige bekleedfel
der fpieren van den ondervoet (k)
en het gelukte my dit zoo te doen,
dat het zelve zich genoegfaam overal
vry zuiver vertoonde, en het zich in
den eerlten opflag liet aanzienals of
het ongemak zich alleen bepaalde in
den vetrokdie het zoo evengemelde
pezige bekleedfel der fpieren van den
Oü;
(k) aponeurojis plantaris