even onder de uitwendige gemeene
bekleedfelen; veel grond om te den
ken, dat ook het groote gezwel aan
den hiel zyn eerfte begin niet in het
been, maar (even gelyk het kleine) in
de zachtere deelen, en wel in den vet
rok, gehad had. Deze gedachte nu
werd door het ontleedkundige onder
zoek van het afgezette been ten vol
len bevestigddaar alle de beenderen
van den ondervoet, met deszelfs band
achtige bekleedfelenbenevens de
pezen van de groote buigfpier der tee-
nen, gaaf en ongeichonden waren;
en, daar het kleine gezwel, by des-
zelfs opening, een waar fpekgezwel
bleek te zynwerd het meer dan waar-
fchynlykdat 'er by onzen lyder eene
zekere kwade gefleldheid in de voch
ten plaats haddie tot het ééne gezwel
zoowel als tot het andere aanleiding
gegeven had. Hierdoor werd myne
reeds in den beginne opgevatte vrees
voor nieuwe gezwellen zeer gefterkt:
en dat deze niet ongegrondt geweest
zymaakten de kwalen waarmede
onze lyder by vervolg van tyd werd
aangetast, en die hem na eene vlei-
jende hoop eenerfpoedige en gelukki
ge
FUNGUS AAN DEN HIEL. 25I