XXVII
Het Genootfchap nóchtans heeft goedgevon
den;
keren tyd, machtig te wordenter voortzet-
ting hunner zakenzoodat t effens de geldfchie-
ters zekerheid hebben voor de veilige herkryging
van hoofdjom en interesfen
Gaarne had het Genootfchap zich ook in ftaat
gefield gezienom eene gouden medaille te
kunnen toewyzen aan een uitgewerkt en vol
doend antwoord op de vraag: Welken zyn
de ziekten en kwalen der Negersin de Ne-
derlandjcke volkplantingen in de Wut Indien
-Welken zyn de uit- en inwendige teeke
nen van zulken derzelvendie (zonder behulp
van eenen ervarend genees- of heelmeesterdoor
planters, of directeurenkunnen genezen wor
den: en welke middelen moeten zy daartoe ge
bruiken? en welken zyn die ziekten of kwa
len wier genezing boven hun vermogen is
Dan de ingekomene Verhandeling, onder de
zinlpreuk
Tot 's Planters vaarwel,
En 'r Negers her [lel
offchoon daarin verfcheidene nuttige zaken ge
vonden worden; die op eene eenvoudige, en
voor de directeuren of planters vatbare, wy-
ze zyn voorgedragen: is niettemin over het
geheel niet meer voldoende geoordeeld, dan
eene Franfche verhandeling, in 't jaar 1787. in
geleverd onder de zinfpreukExperientia
est magijlra rerum: over welke in de alge-
meene Vergadering des voorgaanden jaars uit-
fpraak is gedaan.