252 P, LUCHTMANS OVER EEN' ge genezing, ten laatsten in het graf fleepten, niet alleen zeer waarfchyne- lyk; maar, zoo ik my niet ten eenen- male bedriege, werd dit ten vollen zeker uit het gene ik, met den Heer de koning en de Heeren greve, na den dood van onzen lyder in het lyk heb waargenomen. Naauwlyks was onze ongelukkige lyder geflorven, of de jonge Heer greve door eene al- lerpryslyklte leergierigheid gedreven, gaf zich alle moeite om vryheid te be komen tot opening van het lichaam. Hierin gellaagd zynde kwam hy dit aanftonds my mededeelenmet ver zoek, om daarby te willen tegenwoor dig zyn. Begerig, om te zien pf wy daardoor niet het eene of andere zou den mogen ontdekken, dat my in my- ne gedachten omtrent de oorzaak en den aart der ongelteldheid van onzen lyder bevestigdenam ik zulks gretig aanen ten dien einde nog dezen zelf den avond met de beide Heeren greve, en den Heer Doctor de koning faam- gekomen zynde, begonnen wy het on derzoek met het openen der borst: de kraakbeenderen der ribben op de ge wone wyze doorgefneden, en het borst been

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 300