256 P. LUCHTMANS OVER EEN*' eenkomst hebbende met vet: het oog over den geheel en omtrek van hef hartenzakje latende gaanmaakte des- zelfs geheele oppervlakte de vertoo ning van eene doorgaande beginnende zoutfchieting, of cryjlaütjatie. Het hart was in deszeifs omtrek met dier- gelyke verhevenheden bezet, als het hartenzakje, en maakte eene evenge- lyke vertooning: zynde alleen dit on- derfcheid daarin dat de uitbottingen iets korter waren. Verder vonden wy hier niets dat eenige opmerking verdiendehet hart had zyne natuur- lyke gedaante; en het hartenzakje be- vattede eene matige hoeveelheid van een doorfchynend en lichtrood ge kleurd vocht. Dus de borst verlaten de, openden wy den buik: doch ook hier ontdekten wy niets buitenge woons zynde alle deszeifs ingewan den naar het uiterlyke aanzienge zond en natuuriyk gelteld: en daar, gedurende het geheele beloop der ziekte, zich niets, by onzen lyder had opgedaan het welke eenigen fchyn van ongefteldheid in het hoofd ge geven haden de omftandigheden niet v/el toelieten, om ons onderzoek lan-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 304