XXIX gevende heeft echter de hijloriên van ons Va derland niet genoeg met een wysgeerig oog befchouwdom uit dezelven het zedelyke ka rakter onzer natiein de onderfcheidene tyd- perken behoorlyk op te maken de weelde word met recht als de zeden verbasterende door hem voorgefteldmaar hoe dezelve krachtdadig behoorde befhoeid en tegengegaan te worden niet genoegfaam aangewezen terwyl hy de verbetering onzer nationale ze- den voornamelyk in de verbetering der lageie fcholen zoekt: een middel, van hoeveel aanbe lang, alleen echter op verre na niet toereikende. Het Genootfchap heeft deze Verhandeling dus niet kunnen bekroonen; maar noodigt der- zeiver aucteuren andere kundige fchryve- ren, andermaal uit, om deze vraag vóór den eer (ten van Louwmaand des jaars 1791. te be antwoorden: met belofte van de gouden eer- munt aan den genen, die op dezelve eer.e vol doende Verhandeling zal inleveren. Ditzelfde voorftel doet het Genootfchap ook ten aanzien der vraagZyn Vr geene algemee- ne en byzondere gebreken in de inrichting en leerwys onzer Zaderlandfcke boogefcholen - welken zyn de voornaam/ten -en wat kan toe verbetering daarvan in het werk gefield wordentot Ipoediger voortzetting van aller' let weten fchappen, en ter meerdere befeba- ving onzer natienaardien het Antwoord, op dezeive ingekomenonder de zinfpreuk <öcvf alle 3d ter. ourriï fa tcijrt öic'i Die grfrivxht .©ag nut Oer (gnocaqt bon huutit guuj jjouigcl) fpricljt: m

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 31