294 G, DË WIND OVER rence een alleruitmuntendst werk (i) in het licht gegeven voor een gedeel te handelende van het vergift der adders: welk werk het korte begrip in zich bevat van zesduizend proef nemingen waartoe drieduizend ad ders flachtoffers zyn geweest van zyne hevige drift ter naarfporing van dit aanmerkelyke deel der dierlyke na tuurkunde. Uit deze waarnemingen word volkomen bewezen dat de adder drie foorten van tanden heeft: dat de hondstanden alleen de ver giftige tanden zyndat deze tan den, (door eene fchede bedekt,) wam neer het dier byt, het receptaculum of de bewaarplaats drukken waarin een geel vocht zich ophoudt- 't wel ke het vergift zelve is dat het vergift van den adder, zoo verfchrik- lyk voor de meeste dieren, echter geene vatbare kracht van werking oefene op het lichaam van Hakken, bloedzuigersen Hangen en dat dus zyn beet onvermogend isom deze dieren ter dood te brengen even (i) F. FfNTANATraité fur h venin de la vh pére (2ff» Qfc, flor. i?8i, II. Tom. 40. «vee fg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 344