2p8 G. DE WIND OVER dig hebbe, om een' os van kant te hel pen, die 750. ponden zwaar weegt. Onder alle de tegengiften voor den venynigen beet van een'adder, heeft het eau de Luceeen doordringend eiïcalt volatileden meesten roem ver worven doch de beroemde fontana heeft door herhaalde proeven waarge nomen: dat, welverre van nuttig te zyn, dit eau de Luce de ziekte ver- zware en zelfs den dood in verfchei- dene dieren, als kikvorfchen, kony- nen, en anderen, verhaaste. Het venyn der adders en Hangen is meerder of minder gevaarlyk, naai de verfchillende trappen van hitte waardoor het als bewerkt, en eene heviger kracht daaraan word bygezet. in de zuidelyke flreken der vier wae- relddeelen is hun beet het allervergif- tigfte; en bygevolg het allerfchadelyk- fledeze dieren worden door geheel Europa gevondendoch in de noor- delyke landltreken in minder getal. Linnaeus (k) getuigt, dat de ad ders in Zweden vry gemeen zyn en hun beetfomtyds docdelyk. Volgens LIN- (k) LINNAEI Fauna Suecicapag. 96.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 348