DE VERGIFTEN. 299 LINDESTOLPE is de caeciliaof blind- flangin Zweden de allervenynig- fte (1). De Heer l. montin (m) zegt, in het XXVIPe deel der Verhandelingen van de Zweedfche akademie der weten- fchappen: dat 'er ilechts weinige ver giftige dieren in Zweden zyn; en dat men aldaar niet meer dan twee (langen te vreezen beeft: namenlyk de colu ber berm en de coluber cherfea. Schoon deze (langen, vooral in fommige jaren, by koud en vochtig wederniet in eene groote meenigte gezien worden; zoo gebeurt het echter niet zelden dat menfchen, die in heete zomers bloot- voets gaandoor (langen gebeten wordenen fchoon dit doorgaans zon der levensgevaar afloopt, moeten zy echter vele dagen pyn uitftaan; en fom- tyds fchieten zy ook daarby het leven in, of blyven voor altoos ongezond. Deze Heer bevond, dat (onder alle beproefde hulpmiddelen tegen den beet dezer (langen) het loof der es- fchen heteenigfte ware, waardoor ve len, CO LINDESTOLPE Tr. de Fenenispag. 169. (m) SANDIPORT Geneeskundige bibliotheek: VlIIe. •Peels ijle ft ukbh 17.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 349