3°Q G. BE WIND OVER len, die van zulke (langen waren ge» hetenzyn geholpen geworden. PONTOPPiDANUS (n), Bisfchop van Bergenfchryft in zyne Natuurlvke hiftorie van Noorwegen dat men daar overal in de zoete wateren waterflan- genen op het land adders vindtdie fomtyds vergiftig zyn. Dewyl de ad ders zich meest onthouden in berg- en boschachtige drooge landftreken, of heiden worden zy zelden gevonden in moerasfige of aan zee liggende ge westen: het gene ook door de plaats- ligging van fo.mmigen onzer Provin ciën bewaarheidt word (o). De toevallen, die op den beet van een' vergiftigen adder volgen zyn naauwkeurig door den kundigen Heer mead (p) afgemaald. Eene fcherpe pyn in het gewonde deel openbaart zich al ras, met eene roode opge- zwoilenheid; die onmiddelyk lood- of bleekkleurig word en allengskens verder de nabygelegene deelen aan-, tast: (n) pontoppidanus Natural hiflory of Norway: Land- 1745. fol. pag. 25. (o) j. van lier. Traité des ferpens et des vipéres 40. pag. 730. (p) mead Tractate de Venenisedit. Lat. L. B. 1737" BaS' V-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 350